In oktober 1970 werd de Industriekern opgericht als voortzetting van de "Fabrikantenkring". Dit illustere gezelschap van Eerbeekse en Loenense ondernemers, opgericht in 1933, kwam eenmaal per maand bijeen in het eetzaaltje van het toenmalige Café Restaurant Nijk. De leden van de fabrikantenkring waren meestal directeur en (mede-)eigenaar van een papierfabriek of een verpakkingsbedrijf. Ieder was beschermheer van minstens één vereniging.

Dat beschermheerschap bracht uiteraard aanzienlijke financiële verplichtingen met zich mee. Plaatselijke verenigingen speelden de heren fabrikanten soms met succes tegen elkaar uit, want niemand wilde onderdoen voor zijn collega's. De maandelijkse bijeenkomsten bij Nijk brachten orde in het geheel van financiële en andere vormen van steun aan verenigingen en maatschappelijke instellingen. Daarnaast was het bevorderen van het welzijn van de werknemers een belangrijk doel van de fabrikantenkring.

De oprichting van de Industriekern luidde een nieuw tijdperk in. De eerste voorzitter van de Industriekern was tevens de eerst niet-eigenaar-directeur in Eerbeek. Het lidmaatschap werd uitgebreid tot kleinere industriële bedrijven en voor het eerst werd lobbyen bij de overheid als een gemeenschappelijke taak gezien. Toch bleef het doel van de Industriekern vooral sociaal, zoals blijkt uit de statuten:

De Vereniging heeft tot doel de behartiging van de belangen van de in de regio Eerbeek/Loenen gevestigde bedrijven, onder meer met betrekking tot het woon- en werkklimaat van in de bedrijven werkzame werknemers …

Wie terugkijkt op 45 jaar Industriekern Eerbeek-Loenen ziet dat het sociale element nog steeds erg belangrijk is. Zo was de Industriekern actief betrokken bij de start van een bedrijfsgeneeskundige dienst en de oprichting en het bestuur van een kinderopvanggelegenheid. Steun in de vorm van financiële of materiële bijdragen kwam er voor bejaarden- en gehandicaptenzorg. Plaatselijke verenigingen kunnen een beroep doen op een speciaal leningenfonds.

Onlangs heeft de Vereniging nog een financiële bijdrage geleverd aan de restauratie van de enige molen in Nederland met een bovenslagrad, bekend onder de naam "De Oliemolen". Dit op initiatief van de familie Van Zadelhoff, de provincie Gelderland, Waterschap Veluwe, de Rijksdienst Monumentenzorg, het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen en de Monumentencommissie Brummen.